2.2.2.1.1 Territorialiteit

 

 

Territorialiteit werd lange tijd beschouwd als een natuurlijk, instinctief fenomeen, waarbij territorium, door o.m. Tinbergen en Lorenz, gedefinieerd werd als een op basis van het instinct afgebakend stukje grond. Vaak werd daarbij de territorialiteit bij de mens vergeleken met grenzen en territoria bij dieren. De dierlijke territorialiteit beperkt zich echter tot een verhouding tot de concrete ruimte, terwijl de menselijke territorialiteit ook aan een abstracte ruimte relateert. Het verschilt dan ook naargelang van de aard van de cultuur, klasse, tijdperk, omstandigheden en localisatie. Er is dan ook geen direct verband te leggen tussen menselijke en dierlijke territorialiteit. Bij de mens is territorialiteit een geografische strategie, die gemeenschap en ruimte verbindt, om mensen en dingen te kunnen controleren door middel van de macht over een gebied. De territoraliteit baseert zich dus op de ‘topofilie’: de affectieve band tussen een volk of groep en de materiële omgeving. Meer: 222_1_1_territorialiteit.pdf (68,9 kB)

Belangrijke publicaties

Sack (R.D.), Human territoriality: its theory and history, Cambridge, 1986.

Ardrey (R.), The Territorial Imperative: a personal enquiry into the animal origins of property and nations, London, 1967.

Lorenz (K.), King Solomon’s Ring, New York, 1952.

Tuan (Y.-F.), Topophilia: a study of environmental perception, attitudes and values, New York, 1990.

Alle publicaties 222_1_1_territorialiteit_leeswijzer.pdf (54,5 kB)