2.1.3.1.5 Muur
“Muren zijn er niet voor altijd. Maar niets is dat”
D. Frye, Walls, London, 2018, p. 214
De muur of wal is een speciale soort door de mens vervaardigd grensteken, in feite de ultieme grensafbakening: de contactfunctie wordt erdoor uitgeschakeld, om de eigen samenleving te beschermen. Samenlevingen die zulke grenstekens gebruiken kunnen ten prooi vallen verstarring en zelfs ondergang: net zoals in tijden van verwarring en onveiligheid als bescherming muren werden gebouwd, werden ze in tijden van vrede dan ook afgebroken. Evenwel is muurbouw in de wereldgeschiedenis verbonden geweest met beschaving en hield aan over meer dan duizend jaar; en ook wanneer de muren voor o.m. militaire en economische redenen verdwenen, bleven het op de kaart onuitwisbare lijnen die zelfs vandaag niet geheel verdwenen zijn. Vanaf het begin van de 21e eeuw worden bovendien opnieuw overal grensmuren gebouwd, in een “Tweede Tijdperk van Muren”. Meer: 2_1_3_1_5_muren.pdf (322,6 kB)
Stukje Berlijnse muur in Braunschweig (Nedersaksen). Foto Annemie Raes, 2023
Belangrijke publicaties
Nunn (A.) (hrsg.), Mauern als Grenzen, Mainz, 2009. Standaardwerk waarin de belangrijkste grensmuren in de geschiedenis uitgebreid de revue passeren.
Recente publicaties
In de nasleep van de proliferatie van grensmuren is de literatuur rond de theorie van muurbouw en over casussen recentelijk sterk aangegroeid. Over de geschiedenis van grensmuren zijn er enkele interessante werken verschenen.
Frye (D.), Walls. A history of civilization in blood and brick, London, 2018.
Een standaardwerk rond de geschiedenis van grensmuren, met een uitgebreide, chronologische beschrijving vanaf de Oudste Tijden tot nu, en op basis van de resultaten van recente archeologische opgravingen ter zake. Rode draad vormt echter een vernieuwende insteek: volgens de auteur, een historicus, zijn muren de vroedvrouw van de grote beschavingen (Mesopotamië, Egypte, China, Griekenland) geweest. In de geschiedenis van de menselijke beschaving zijn muren immers levensbelangrijk: weinig beschaafde volkeren hebben er buiten kunnen leven. Waar stedenbouw en landbouw hun intrede deden volgden dra muren: vanaf de versterkingen van de stad Jericho (10.000 v.C.) en de eerste volwaardige stadsmuur (in 2700 v.C.) van Uruk, die vanaf 2000 v.C. gevolgd werd door de eerste muur op landgrenzen waarvan we zeker zijn, die van Ur – eeuwen voorafgegaan door de ‘Très Long Mur (TLM)’ in Syrië (waarover echter niet meer geweten is dan wat in verhalen overgeleverd werd). Het boek beschrijft chronologisch de ontelbare (en vaak op één en dezelfde locatie opeenvolgende) muren die vanaf de Oudste Tijd opgericht werden tegen de niet-sedentaire steppevolkeren (die duizenden jaren geen interesse hadden voor grenzen en stedelijke ontwikkeling, maar wel de grootste legers konden inzetten: denk aan de succesvolle Mongolen o.l.v. Genghis Khan in de 13e eeuw). Muren worden steeds geboren uit vrees, één van de meeste fundamentele menselijke emoties, verbonden als het is met de instinctieve overlevingsdrang én de fundamentele keuze waarvoor de mens bij gevaar gesteld werd: vluchten of vechten. De mensheid heeft daarbij nog twee andere opties gecreëerd: zo zodanig opvoeden dat de vrees verdwijnt, door het vormen van soldaten (wat uitzonderlijk ook door stadsstaten werd toegepast: een befaamd voorbeeld is het Griekse, nooit-ommuurde Sparta – in tegenstelling tot het ommuurde Athene), ofwel muren oprichten (waarover dit boek). De laatste 4000 jaar heeft de strijd tussen zij die muren bouwen en zij die muren aanvallen, beslist over het bestaan van landen en rijken, de evolutie van talen en godsdiensten en over dominantie, onderwerping of extinctie. Volgens de auteur, een historicus, hebben, nog belangrijker, muren ons veranderd, omdat men door het verschaffen van veiligheid aan zelfverwerkelijking kon doen: mensen die niet langer dienen te vluchten kunnen zich wijden aan meer burgerlijke activiteiten zoals dingen maken, bouwen, nadenken, creatief zijn. Tegelijkertijd gaven ze daarbij wel ook iets op, namelijk nooit meer vrij van angst te zijn: dat had als gevolg dat zij een minderwaardigheidsgevoel kweekten én een gevoel van bewondering voor de ‘niet-ommuurden’, met het aanhangen van primitivisme (‘de edele wilde’) als gevolg. Het leek echter vanaf de Nieuwe Tijden dat muren geschiedenis zouden worden. Een kantelmoment vond plaats op 20 mei 1453: toen konden de Turkse belagers van Byzantium, dankzij de Hongaarse metaalgieter Orban, een zo krachtig kanon richting stadsmuur afschieten dat die omvergeblazen werd. Dat luidde niet alleen een revolutie voor de oorlogsvoering in, maar betekende ook het begin van het einde voor de wijze waarop beschavingen over 10.000 jaar zich hadden verdedigd: stadsmuren, tot dan de enige constante in de geschiedenis van de beschaving, waren van geen nut meer (niettegenstaande dat op dat moment er bijvoorbeeld in China nog meer dan 2.000 ommuurde steden waren). In West-Europa waren muren tegen ‘barbaren’ vrij vlug weg (de laatsten lagen in de ‘Keltische rand’, Ierland en Schotland), terwijl in Rusland bijvoorbeeld dat veel later gebeurde. En sommige muren die toch nog opgetrokken werden, hadden eerder een symbolische betekenis, zoals de zgn. Maginotlinie (geen traditionele muur van materiaal, maar een “muur van vuur”, vooral bestaande uit forten) door Frankrijk bedoeld om een Duitse invasie af te kunnen wenden (wat ze in feite ook had kunnen doen, indien ze over de volledige grens had gelegen en niet allen de oostgrens afschermde…). De periode werd afgesloten door de Berlijnse Muur – vooral door de Westerse pers als symbool van terreur voorgesteld, een narratief dat pas daarna door de politiek werd gevolgd (de Amerikaanse president Kennedy zou, volgens de auteur, bij de oprichting in 1961 gezegd hebben: “A wall is a hell of a lot better than a war” – cf. p. 222). Muren werden voortaan negatief percipieerd (‘bouw bruggen geen muren’ – terwijl bruggenbouw in het verleden vaak aan invasie voorafging, denk maar aan Caesar en de Rijn, m.a.w. als een daad van agressie beschouwd werd) en het aantal gated communities is wereldwijd niet te schatten (net als de firewalls op websites). De eerste decennia van de 21e eeuw kennen we echter wat de auteur een ‘Tweede Tijdperk van Muren’ noemt. Begonnen werd buiten Europa, van Saoedie-Arabië tot Maleisië, en vooral in het Midden-Oosten, maar ook in Afrika. De snelle toename van muren is historisch ongezien: meer landen hebben langere grensmuren gebouwd dan op elk ander ogenblik in de geschiedenis. Pas de laatste jaren is ook het Westen aan muurbouw begonnen, zowel door de Verenigde Staten, op de grens met Mexico (de Trump-administratie bouwt overigens voort op wat er door vorige presidenten vanaf de jaren 1990 reeds was opgetrokken, ook dus muren – maar toen steeds ‘hekken’ genoemd…) , als in Europa. Er is daarbij in feite sinds de ‘TLM’ niet veel veranderd: de nieuwe, vernuftige hekken zijn weliswaar niet meer bedoeld om militaire weerstand te bieden maar hebben voor de rest alles gemeen met hun voorgangers van aarde en modder. Alleen hebben ze functies bijgekregen, tegen immigratie en terrorisme. En zijn het niet langer steden, maar buurten en getto’s die ommuurd worden. Dit boek is een must voor iedereen die iets over grensmuren wil weten, voor de overvloedige informatie én de verrassende these.
Marshall (T.), Divided. Why we’re living in an age of walls, London, 2018. Beschrijving aan de hand van een aantal grensmuren (in China, Verenigde Staten, Midden-Oosten, India, Afrika, Europa, Verenigd Koninkrijk) van de breuklijnen die verleden, heden en toekomst (zullen) vorm(d)en. Voor de auteur zijn ze het bewijs van het mislukken van menselijke interactie, waarbij ze tegelijk een vals gevoel van oplossing geven. Maar hij erkent dat ze soms wel ‘werken’: door veiligheid te bieden en een tijdelijke, gedeeltelijke verlichting van problemen terwijl naar een blijvende oplossing kan gezocht worden.
Volner (I.), The Great Great Wall. Along the borders of history, from China to Mexico, New York, 2019. De auteur is een architect die zich richt op het artificiële landschap dat gevormd wordt in grensgebied, in de eerste plaats onder de vorm van een muur. De auteur wil achterhalen hoe grenzen ‘aanvoelen’ in lichaam en geest, de emotionele indruk die ze maken, niet zozeer als ‘metaforen’ maar als reële objecten. Muren zijn immers iets an sich, als artefacten van menselijke cultuur: indien al niet een voorwaarde voor cultuur, moeten ze niettemin toch gerekend worden tot de eerste vruchten ervan, op één lijn (of toch bijna) met bijvoorbeeld vuur. Centraal in het boek staat de muur tussen de VS en Mexico, met het debat ter zake. Hij overloopt daarna de voornaamste grensmuren in de wereldgeschiedenis. Hij stelt daarbij n.a.v. de muur rond Jericho de zgn. ‘bakentheorie’ uit de jaren 1980 voor (de muren werden opgericht voor het ‘spektakel’, om indruk te maken en uit te nodigen voor bezoek) die echter de vraag onbeantwoord laat waarom juist in Jericho dat baken werd opgetrokken; het zou volgens de auteur kunnen dat het vooral diende als indicator van onderscheid, tussen ‘wij’ en ‘zij’.
Zie ook:
Rosière (S.), Frontières de fer. Le cloisonnement du monde, Paris, 2020: een oplijsting van de menselijke kost van grensmuren sinds de koloniale tijd.
Vallet (E.), Borders, Fences and Walls. State of Insecurity?, Farnham, 2014.
Voor actuele data is er nu:
Border Walls. Borders, Fences and Walls: https://borderwalls.hypotheses.org/ : een netwerk gecoördineerd door Elisabeth Vallet (Universiteit van Québec, Montreal), telt en verzamelt al jaren muren in een databank.
Rosière (S.), Countries with Border Walls 2019: https://www.researchgate.net/figure/Border-barriers-A-world-map-color-figure-available-online_fig1_233468872: actuele kaart van grensmuren.
Border barrier: Wikipedia https://en.wikipedia.org/wiki/Border_barrier : een lijst van grensbarrières op staatsgrenzen.
Nieuwe gevalstudies zijn o.m.:
Luc Devoldere, Zwerven langs de limes. De randen van het Romeinse Rijk, Amsterdam, 2024.
Reis langsheen de Romeinse limes van Noord-Engeland tot Noord-Afrika, met erudiet-contemplatieve duiding.
The Border Fence. Film van Nicolas Geyrhalter, 2018. Film rond de verschillende meningen en discussie onder de plaatselijke bevolking en het grenspersoneel in Tirol over het eventueel optrekken van een grenshek op de grens van Oostenrijk met Italië, naar aanleiding van het toenemend aantal migranten dat de grens wil oversteken.
Kassabova (K.), Border. A journey to the edge of Europe, London, 2017. Over de gevolgen van het ‘IJzeren Gordijn’ op de grens van Bulgarije met Turkije en Griekenland voor het grensgebied.
Lanchester (J.), The Wall, London, 2019. Dystopische roman van John Lanchester waarin een 10.000 kilometer lange muur rond Groot-Brittannië wordt gelegd om het, als gevolg van de klimaatopwarming, wassende water tegen te gaan.
Oudere werken die nog niet in de publicatie stonden zijn:
Müller-Hegemann (D.), Die Berliner Mauerkrankheit. Zur Soziogenese psychischer Störungen, Berlin, 1973. Over de schaduwkant van grensmuren die zelfs kan leiden tot ‘muurziekte’: depressie, angst, achtervolgingswaan, bevestigd door recente psychologische studies die de impact van muren onderzichten (hoewel natuurlijk de situatie en niet de muur an sich de oorzaak is…). Naar het schijnt heeft men hoe verder men van een muur leef, hoe liever men hem wil.
Schneider (P.), Der Mauerspringer. Die Mauer im Kopf, Darmstadt, 1982. Roman over de mentale muren die de Berlijnse Muur veroorzaakt heeft en die nog veel lastiger te slopen zijn dan de betonnen versie.
Alle publicaties 2_1_3_1_5_muren_leeswijzer.pdf (12,7 MB)
Museum in het Duitse Helmstedt rond (de grensovergang in) het 'IJzeren Gordijn' daar:
Foto Annemie Raes, 2023.